donderdag 2 oktober 2014

Taalbedreigingen

'Een taal is een dialect met een leger,' placht mijn vroegere leermeester Cor van Bree te zeggen, om ons duidelijk te maken dat er vanuit taalkundig oogpunt geen onderscheid is tussen een taal en een dialect.

Maar aangezien het echte leven geen taalkundig congres is, proberen we hier ten huize de kinderen op het smalle pad van het Standaardnederlands te houden. Als dat betekent dat we soms met harde hand het alomtegenwoordige Aentwerps de deur uit moeten werken, dan moet dat maar. Generlei kwetsing van andersdenkenden (of -sprekenden) beoogd. 't Is nu ook weer niet zo dat we een heilige oorlog tegen het Antwerps voeren, maar we stellen wel (taal)grenzen. Later mogen ze het zo veel spreken als ze willen, maar dan beschikken ze in elk geval over een basis van 'zuiver' Nederlands.

Let wel: dit zal allemaal moeite voor niets zijn, mochten de leraren alhier in de vermaledijde tussentaal gaan lesgeven − zoals hier en daar al gebeurt. Voor de onwetende (lees Nederlandse) lezer: tussentaal, ook wel Verkavelingsvlaams genoemd, is de omgangstaal die het merendeel van de Vlamingen spreekt, maar waar niettemin een beetje op wordt neergekeken. Het is zeker geen Standaardtaal, maar ook geen dialect; vlees noch vis dus. Frans Debrabandere omschrijft het in de Standaard nog iets onvriendelijker: 'een alibi voor al wie zich de moeite niet wil getroosten om zijn taal te (leren) beheersen.' En nog bondiger: 'een verzameling taalfouten'. Anderen beweren weer bij hoog en laag dat standaard- en tussentaal perfect naast elkaar kunnen bestaan. Een taalkundig mijnenveld waar ik als relatieve buitenstaander met een grote boog omheen loop c.q. stap.

Terug naar de Antwerpse bedreigingen van onze twee prille standaardtaalleerders. Hier 'in 't stad' zijn constructies als 'af de autosnelweg' of 'af de berg' heel gebruikelijk. Eenmaal aangeleerd een bijzonder hardnekkige afwijking. Inmiddels zijn we wel zover dat de kleine rakkers 'dees' (Antwerps voor 'dit' of 'deze') en 'welk' (lokale variant van 'wablief') afgezworen hebben.

Verschijnt er nu een Borgerhoutse baarddrager op tv die met zijn kalasjnikov in de hand verkondigt: 'Broeders, het is tijd om dees te gebruiken', dan roepen de kinderen triomfantelijk in koor: 'Hij zei 'dees!' De stouterik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten